De richtprijs van benzine bedroeg op 8 januari € 1,72 per liter. Daarin zitten € 0,55 productiekosten (32%) en € 0,17 marge voor transport en verkoop (9%). De overige € 1,02 (59%) is belasting, accijns en btw.
Het aandeel marge is een vast bedrag, dat de transporteurs en pomphouders met de oliemaatschappijen hebben afgesproken. Pomphouders profiteren dus niet van de stijgende brandstofprijzen.
Ondanks de accijnsverhoging van 1 januari is het aandeel accijnzen en belastingen ook een vast bedrag. Toch profiteert de overheid van duurdere benzine: de btw wordt berekend als percentage (16%) van de overige componenten. Hoe hoger dus de kostprijs van een liter brandstof, hoe meer btw erover betaald moet worden.
Ook voor diesel en LPG zijn nieuwe cijfers beschikbaar (hier en hier). Bij een dieselprijs van € 1,44 bestaat € 0,64 (45%) uit kosten, € 0,13 (9%) uit marge en € 0,67 (46%) uit belasting en btw. LPG van € 0,79 per liter heeft een kostprijs van € 0,36 (46%), een margetraject van € 0,21 (26%) en € 0,22 (28%) is belasting en btw.
Genoemde prijzen en bijbehorende prijsopbouw gaan uit van adviesprijzen. Tankstations die hun brandstoffen goedkoper aanbieden, betalen deze korting uit het aandeel marge. Het zijn dus de pomphouders die er minder aan verdienen. Tankstations langs de snelweg kunnen deze kortingen niet bieden, omdat zij veel geld kwijt zijn aan hun locatie en de voorzieningen die daar wettelijk aanwezig moeten zijn.
(bron bovag.nl)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten